Nieuwsbrief
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van ons nieuws.
Ieder jaar overlijden er 3.000 mensen in Nederland aan ziektes die ze door blootstelling aan gevaarlijke stoffen op het werk hebben opgelopen. Om de veiligheid en gezondheid van medewerkers te garanderen is het werken met gevaarlijke stoffen aan strenge regels en voorschriften gebonden. Deze verplichtingen houden onder andere in om in kaart te brengen met welke gevaarlijke stoffen je als organisatie te maken hebt en de aard, mate en duur van de blootstelling bij jouw medewerkers te toetsen aan de geldende grenswaarde(n). Om bedrijven hierbij te helpen heeft de Inspectie SZW een vier-stappenplan ontwikkeld.
Onze adviseurs helpen organisatie met de invulling van het vier-stappenplan van de Inspectie SZW. Zo worden alle gevaarlijke stoffen geïnventariseerd en in een Register van Gevaarlijke stoffen gezet. In dit register heb je ook de mogelijkheid om de noodzakelijke milieuaspecten te verwerken. Vervolgens worden de handelingen en activiteiten met gevaarlijke stoffen in kaart gebracht om zo de beoordelingen te kunnen doen. Indien nodig krijg je pragmatisch advies wanneer zich een overschrijding van de grenswaarde voordoet. Dit kunnen directe maatregelen zijn waarbij altijd op basis van de arbeidshygiënische strategie wordt geadviseerd, maar kan het ook betekenen dat er een aanvullende meting moet worden uitgevoerd.
Onze adviseurs helpen je de werkwijze in jouw organisatie te borgen, zodat je bij veranderingen altijd voldoet aan de verplichtingen. Om je verder te ontzorgen hebben we het servicecontract gevaarlijke stoffen. Onze adviseurs zorgen er voor dat jouw register van gevaarlijke stoffen actueel blijft door veiligheidsinformatiebladen te actualiseren, grenswaarden indien nodig aan te passen en nieuwe gevaarlijke stoffen toe te voegen.
Wat zijn de wettelijke verplichtingen voor werkgevers omtrent gevaarlijke stoffen?
Werkgevers zijn verplicht om de risico’s van blootstelling aan gevaarlijke stoffen op de werkplek te beoordelen en te beheersen. Dit is opgenomen in artikel 4.2 van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Dit omvat het uitvoeren van een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E), het implementeren van passende beheersmaatregelen en het verschaffen van voorlichting en training aan medewerkers. Om werkgevers te helpen heeft de Nederlandse Arbeidsinspectie een zelfinspectie gevaarlijke stoffen ontwikkeld met daarin vier stappen: inventariseren, beoordelen, maatregelen en borging.
Wat is een RI&E en hoe moet deze worden uitgevoerd voor gevaarlijke stoffen?
Een Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E) is een systematische evaluatie van alle mogelijke risico’s op de werkplek, inclusief die door gevaarlijke stoffen. Dit proces omvat het identificeren van gevaarlijke stoffen, het beoordelen van de mate van blootstelling, het evalueren van de risico’s en het vaststellen van beheersmaatregelen.
Moet de RIE gevaarlijke stoffen getoetst worden?
Dat hangt ervan af. Als de blootstellingsbeoordeling voor gevaarlijke stoffen is uitgevoerd door een gecertificeerd deskundige (arbeidshygiënist), dan is extra toetsing niet nodig.
Als de beoordeling echter is uitgevoerd door iemand die niet gecertificeerd is, moet de blootstellingsbeoordeling worden getoetst door een deskundige op het niveau van een arbeidshygiënist.
Voor bedrijven met minder dan 25 medewerkers geldt een uitzondering. Als er gebruik is gemaakt van een erkende branche-RI&E, en de beoordeling van de blootstelling aan gevaarlijke stoffen maakt onderdeel uit van deze branche-RI&E (bijvoorbeeld door gevalideerde veilige werkwijzen), dan is extra toetsing niet nodig. In alle andere gevallen moet de blootstellingsbeoordeling alsnog worden getoetst, omdat branche-RI&E’s vaak geen gedetailleerde methodiek bevatten voor blootstellingsbeoordelingen.
Welke informatie moet beschikbaar zijn over gevaarlijke stoffen op de werkplek?
Werkgevers moeten zorgen voor toegang tot veiligheidsinformatiebladen (VIB’s) voor alle gevaarlijke stoffen. Deze bladen bevatten informatie over de eigenschappen van de stof, de gevaren, voorzorgsmaatregelen en wat te doen in geval van een noodsituatie. Het is ook mogelijk om werkplekinstructiekaarten (WIK’s) te maken. Een WIK is een compact en overzichtelijk document dat specifieke instructies en informatie bevat over het veilig omgaan met gevaarlijke stoffen op de werkplek. Deze kaart is bedoeld om medewerkers snel en eenvoudig te informeren over de belangrijkste veiligheidsmaatregelen en procedures die ze moeten volgen.
Moet een VIB hardcopy aanwezig zijn op de werkplek?
Nee, een Veiligheidsinformatieblad (VIB) hoeft niet per se in hardcopy aanwezig te zijn op de werkplek. Wel is het verplicht dat medewerkers altijd toegang hebben tot de VIB’s van de gevaarlijke stoffen waarmee zij werken. Dit kan digitaal of op papier, zolang de informatie maar snel en eenvoudig beschikbaar is in geval van nood. Het is belangrijk dat alle betrokkenen weten waar de VIB’s te vinden zijn en hoe ze te gebruiken.
Hoe oud mag een VIB zijn?
Een Veiligheidsinformatieblad (VIB) moet altijd actueel zijn, maar er is geen specifieke wettelijke termijn waarbinnen een VIB moet worden vernieuwd. Wel moet het VIB herzien worden wanneer er nieuwe informatie beschikbaar komt over de gevaren van een stof, of wanneer er veranderingen zijn in de regelgeving, zoals de REACH-verordening. Volgens de Nederlandse Arbeidsinspectie moet een leverancier altijd een volledig en up-to-date VIB leveren, en het is de verantwoordelijkheid van het bedrijf om te controleren of het VIB nog voldoet aan de laatste eisen.
Een handig hulpmiddel hiervoor is de VIB-check, waarmee je kunt controleren of een VIB voldoet aan de belangrijke wettelijke eisen. Als het VIB niet meer voldoet, moet je contact opnemen met de leverancier om een nieuwe versie aan te vragen.
Voor meer informatie kun je de volledige checklist raadplegen via de VIB-check van de Nederlandse Arbeidsinspectie.
Hoe kan blootstelling aan gevaarlijke stoffen worden beoordeeld?
Er bestaan verschillende online hulpmiddelen die gebruikt kunnen worden om de blootstelling aan gevaarlijke stoffen te beoordelen, dit zij meestal TIER 1 of een hoger TIER blootstellingsmodel. Alle modellen zijn volgens de Nederlandse Arbeidsinspectie bruikbaar als instrument voor de beoordeling. Het gaat er om dat u de juiste deskundigheid inschakelt bij uw beoordeling. Het grote verschil in de verschillende modellen is de betrouwbaarheid. Dit kan er voor zorgen dat naast een schattingsmodel aanvullende onderbouwing nodig is bijvoorbeeld door een meting of het gebruik van een ander (hoger TIER) model die beter aansluit bij uw situatie.
Welke risicobeoordelingsmodellen zijn er voor blootstelling aan gevaarlijke stoffen?
Bij risicobeoordeling voor gevaarlijke stoffen worden verschillende niveaus of Tiers gebruikt.
Tier 1 biedt een eenvoudige en conservatieve aanpak. Het wordt gebruikt om snel mogelijke risico’s te identificeren, waarbij vaak de risico’s worden overschat om te zorgen dat potentieel gevaarlijke stoffen worden geïdentificeerd. Voorbeelden van Tier 1 model is:
ECETOC-TRA (Targeted Risk Assessment): Dit model maakt een conservatieve inschatting van de blootstelling op de werkplek en voor consumenten, gebaseerd op standaardscenario’s. Het is ontwikkeld door ECETOC en is een veelgebruikte Tier 1 tool in de chemische industrie.
Hoe train ik medewerkers in veilig omgaan met gevaarlijke stoffen?
Training moet regelmatig worden gegeven en moet informatie omvatten over de gevaren van de stoffen, de juiste gebruiksprocedures, de toepassing van beheersmaatregelen en het gebruik van PBM’s. Het moet ook instructies bevatten over wat te doen in noodsituaties.
Senior adviseur - Teamleider